Voorjaarsonderzoek vleermuizen, mussen en gierzwaluwen

De komende tijd onderzoeken we op verschillende plaatsen in Schiedam of er beschermde diersoorten in onze complexen leven. Wij zijn namelijk verplicht om bij het uitvoeren van werkzaamheden rekening te houden met beschermde planten en dieren. Deze onderzoeken doen we in het kader van het project ‘uitfasering EFG-labels’.

Wat merkt u van zo’n onderzoek?
Vleermuizen worden actief als het donker is. Daarom voeren de ecologen van Els & Linde dit onderzoek in de avond (2,5 uur vanaf zonsondergang) en nacht (3 uur voor zonsopkomst) voor ons uit. Het onderzoek wordt gedaan vanaf de openbare weg of achter de woningen. De ecologen hoeven niet in uw woning of tuin te zijn. Ook zijn ze duidelijk herkenbaar aan hun groene hesje met bedrijfsnaam. De onderzoeken vinden tussen half mei en half juli twee keer plaats.

Naar de gierzwaluw zoeken de ecologen in de schemering. Dit doen ze tussen half mei en half juli drie keer. Dat is nodig omdat het moment waarop de dieren invliegen maar heel kort is. De huismus zoeken ze overdag in april of begin mei.

Hoe gaat zo’n onderzoek naar vleermuizen?
De belangrijkste vleermuissoorten die in gebouwen voorkomen zijn de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis en de laatvlieger. Net als alle vleermuizen maken zij een ultrasoon geluid. Daarmee ‘kijken’ de vleermuizen en vangen ze insecten. De ecologen hebben een apparaat dat het geluid van de vleermuizen hoorbaar maakt voor mensen. Op basis van dat geluid kunnen ze de vleermuizen herkennen. In het voorjaar hebben de vrouwen hun jongen. Ze zitten dan in kraamkolonies. De mannen zitten alleen of in kleine groepjes.

Hoe gaat zo’n onderzoek naar de huismus en gierzwaluw?
Bij de gierzwaluw zoeken ze naar dieren die op het nest gaan zitten. Dat gebeurt in de schemering. Ook zoeken ze naar vliegende vogels. De laagvliegende gierzwaluwen broeden in woningen. De hoogvliegende dieren hebben ergens anders hun nest.
De huismus sporen ze op door te zoeken naar territoriale mannetjes. Die zingen op een hoge post (op de nok van het dak). Verder zoeken ze naar ander nestgedrag.